De weken van overvloed in zomers Antarctica

Mysterieuze vulkaan diep onder het ijs

De zuidpool is het speelveld van onderzoekers. In hun boek 'Antarctica - Leven in de vrieskou' geven de Britse biologen Alastair Fothergill en Ben Osborne een zeer leesbaar overzicht van de stand van het wetenschappelijk onderzoek op het ijzige continent.


Door Rob Ruggenberg
Onder het Ross Schelfijs, op ongeveer 82 graden zuiderbreedte, bevindt zich een mysterieuze uitholling, die ongeveer 50 meter diep is en enkele kilometers breed. Wetenschappers vermoeden dat het de krater is van een onbekende vulkaan, 1.400 meter onder het oppervlak van de ijskap.
Het is dezer dagen hartje zomer aan de zuidpool en de onderzoekers maken lange dagen. Sommigen vliegen urenlang in kleine, met apparatuur volgestouwde vliegtuigen over de dikke ijslaag. Door metingen met radiogolven en andere afstandmeettechnieken kunnen zij zich een ruw beeld vormen van wat zich onder het Ross Schelfijs bevindt.
Als daar inderdaad een actieve (of een tot voor kort actieve) vulkaan ligt, is het de meest zuidelijke van alle actieve vulkanen ter wereld. Volgens provisorische metingen geeft de vulkaan ongeveer 700 Megawatt aan energie af. Dat is evenveel als een gemiddelde elektriciteitscentrale en voldoende om jaarlijks ongeveer driekwart kubieke kilometer ijs te laten smelten.
Die warmte zou dan gelijk de verklaring vormen voor de snelstromende ijsrivieren in dit gebied. IJsrivieren zijn net gletsjers, met als verschil dat ze door traag bewegend ijs stromen, in plaats van tussen bergen door. Mogelijk werkt het water van het door de vulkaan smeltende ijs als een glijmiddel voor de ijsrivieren.

Stand van zaken

Over dit bijzondere onderzoek op Antarctica wordt uitgebreid bericht in het zojuist verschenen boek 'Antarctica - Leven in de vrieskou' van de Britse bioloog Alastair Fothergill. Het boek geeft onder meer een zeer leesbaar overzicht van de stand van het wetenschappelijk onderzoek op de zuidpool.
Fothergill is hoofd van de vermaarde natuurfilm-afdeling van de BBC-televisie. Hij is ook de maker van de documentaire-serie over Antarctica, die ook in Nederland is uitgezonden.
Zijn beschrijving van de antarctische seizoenen is fascinerend. Nu - half januari - is het volop zomer. Het continent baadt 24 uur per dag in het zonlicht. De temperatuur stijgt hier en daar tot boven de nul graden. Daardoor oogt het Antarctisch schiereiland nu zelfs groen. Hier bevinden zich de meeste wetenschappelijke stations; hier wonen ook de meesten van de ongeveer vierduizend mensen op Antarctica. De rest van het continent - 98 procent - blijft ook in de zomer bedekt onder sneeuw en ijs.

Voortplanting

In deze weken komen hier en daar eilandjes die in het ijs lagen plotseling weer vrij en elke centimeter kale rots wordt onmiddellijk bezet door nestelende vogels en zeehonden. Van de ene op de andere dag springen korstmossen en enkele bloemdragende planten in bloei. Bij de voortplanting is haast geboden, want deze zomer duurt maar kort en gaat ook weer net zo snel heen als hij gekomen is.
Onder de kracht van de zon smelt het zeeijs weg en de vrijgekomen oceaan absorbeert het zonlicht en de daarin aanwezige energie. Een explosieve groei van plankton is het gevolg. Zwermen kreeftachtige diertjes, voornamelijk krill, storten zich op dat plankton.
Tegelijkertijd spoeden ontelbare dieren zich naar het zuiden. De baardwalvissen, die tijdens de winter in gematigde zeeën hun jongen hebben geworpen, komen zich voeden met het krill. De enige vijanden die ze onderweg tegenkomen zijn de vier Japanse walvisvaarders die zich niets aantrekken van het onlangs ingestelde walvisreservaat rond Antarctica, en die er sinds november weer jagen.
De reus onder deze walvissen is de blauwe vinvis, die wel dertig meter lang wordt en een gewicht van 150 tot 200 ton bereikt. Het is het grootste zoogdier ter wereld en hij is zelfs groter dan de grootste dinosaurus die ooit heeft geleefd. Toch voedt hij zich uitsluitend met de krill-kreeftjes, die niet groter zijn dan 5 centimeter.
Oorspronkelijk zou de populatie blauwe vinvissen 200.000 hebben bedragen. De walvisvangst heeft daar korte metten mee gemaakt. Er zouden er nog duizend over zijn. En in deze tijd, januari, bevinden die zich vrijwel allemaal bij Antarctica.

Onder het pakijs

De tv-serie heeft een zelfs voor de BBC opzienbarende kwaliteit. Fothergill brengt adembenemende onderwateropnamen, gemaakt diep onder het pakijs: zeeleeuwen die pinguins verorberen, orka's die zeehonden eten, krillhappende walvissen, vissen met antivries in het bloed, reuzespinnen.
Op het land heeft een camerateam overwinterd om te filmen hoe de keizerpinguins het klaarspelen om bij 70 graden onder nul in leven te blijven, en hoe velen ook sterven. Dat zijn beelden die nooit eerder zijn vertoond.
Bij dat team bevond zich ook de bioloog en fotograaf Ben Osborne, van wie veel werk is gepubliceerd in de National Geographic. Het nu verschenen boek over Antarctica is door Osborne en Fothergill samen gemaakt.
De foto's zijn zo fraai dat bijna niet te geloven is dat ze, zoals Osborne zegt, allemaal met een kleinbeeldcamera (Nikon) zijn gemaakt. Het overtreft zelfs het twee jaar geleden verschenen Antarctica-boek van Greenpeace.


* 'Antarctica - Leven in de vrieskou', door Alastair Fothergill en Ben Osborne. Uitg. Bosch & Keuning, Baarn. Prijs f. 59,50.

© 1995 Rob Ruggenberg. number
Last modified: 10-03-95