Amateurs maken inventarisatie van goud en gif dat opgestapeld ligt op de zeebodem
De griezelige schatkamer van de Noordzee
De Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek gaat drie 17de-eeuwse scheepswrakken lichten die ten zuiden van
Terschelling in een 18 meter diepe geul liggen. De wrakken zijn ontdekt door
amateur-duikers die aangesloten zijn bij Wraksys. Dat is een opmerkelijke club
van mensen die alles verzamelen wat maar betrekking heeft op wrakken. Hun
verzameling is uitgegroeid tot een enorme databank, die schatgravers de adem
doet stokken. Maar tegelijk vindt Wraksys veel akeligs op de bodem van de
Noordzee.
Door Rob Ruggenberg
Het lijkt iets voor een avonturenfilm, al die kostbaarheden van kapers,
koopvaarders en koningen, die gewoon op ons liggen te wachten. Verspreid over
de zeebodem, in tienduizenden wrakken. Onvoorstelbare hoeveelheden goud en
zilver.
Zeeroversverhalen van vroeger - over de Stille Zuidzee?
Nee: harde feiten in een computer - over het Nederlandse deel van de
Noordzee.
Deze computer - gevoed en bestuurd door een merkwaardige groep Nederlandse
hobbyisten - ontrafelt steeds meer geheimen van de Noordzee: namen van wrakken,
ladingen, data, exacte posities, duikgegevens. De naam: Wraksys, hetgeen
simpelweg wrak-systeem betekent.
Deze digitale schatzoeker onthult, behalve juwelen, ook steeds vaker
gruwelijkheden. Ergens op de Noordzeebodem ligt een container met daarin gouden
tanden en kiezen van door nazi's vermoordde joden. Er rusten ook wrakken van
schepen die tot de nok toe zijn gevuld met dodelijke gifgassen. Wraksys weet
precies waar ze liggen, en ook hoe je er bij kunt komen.
Tafel
In zijn woning in Breezand, in het noorden van Noord-Holland, vlak aan zee,
veegt Roel Donker met een armzwaai de tafel schoon. "Kijk, deze tafel is net zo
vlak als de bodem van de Noordzee. En dan gaat er een schip naar de kelder..."
Hij pakt een boek, legt dat op het tafelblad.
"...Dit is dus dat wrak. Je ziet: het valt op de zeebodem en daar ligt het
nu. Maar dan: tweemaal per dag is er eb en vloed. Het water kolkt met een hoop
geweld - wel zo'n zeven kilometer per uur - langs dat schip. Dat vreet de
zeebodem uit. Rond het wrak ontstaat een gat."
Hij maakt drukke armbewegingen rond het boek.
"Die kuil wordt heel diep, soms wel tien meter. Midden in die kuil staat,
als een piemel omhoog, een berg zand met daar bovenop nog steeds dat wrak. Na
een tijd tuimelt het wrak om en valt in het gat. Daarna spoelt de zee het gat
weer dicht met zand."
Hij laat het boek langs de tafelrand omlaag zakken, tot het uit het zicht
verdwijnt.
"Snap je nou hoe moeilijk het is om een wrak te vinden?"
Wraksys
Roel Donker is de oprichter/coördinator van Wraksys. Zoals een gewoon mens
postzegels spaart, sparen deze verzamelaars gegevens van alle binnen- en
buitenlandse schepen die ooit in de Noordzee zijn vergaan. En bovendien van
alle Nederlandse schepen die elders op de wereld naar de zeebodem zonken.
Elke flinter informatie over die wrakken wordt in Den Helder, waar Wraksys
is gevestigd, in een computer gestopt. Met bronvermelding.
De verzameling bevat inmiddels 35.000 gebeurtenissen. Wraksys weet inmiddels
meer van de zeebodem dan wie dan ook. Het systeem wordt in toenemende mate
geraadpleegd door overheidsinstellingen als Rijkswaterstaat en de
Hydrografische Dienst, en door bergers, vissers, duikers, oliemaatschappijen,
media en particulieren.
Wrakkenexpert T. Maarleveld van het ministerie van WVC heeft Wraksys er al
op gewezen dat sommige informatie potentieel gevaarlijk is. De wetenschap waar
wrakken liggen en wat ze bevatten kan dienen voor illegale duikexpedities naar
schatten. En terroristen kunnen geďnteresseerd zijn in de exacte positie van
gemakkelijk bereikbare munitieschepen.
Honderdduizend
De databank groeit nog elke dag. "Het zou bijzonder gemakkelijk zijn om de
inhoud in twee maanden tijd uit te breiden tot over de 100.000 gebeurtenissen",
zegt Donker. "We beschikken inmiddels over hele vlootlijsten met vergane
schepen van Japan en andere landen. Tezijnertijd komen die nog wel aan de
beurt, nu geven we nog voorrang aan de Noordzee en aan Nederlandse schepen
elders op de wereld."
Zijn verzamelaars vormen een bont gezelschap. De meesten zijn amateurs, maar
die beschikken over meer kennis dan professionals. Sommigen zijn sportduiker en
zoeken al decennia lang naar VOC-wrakken. Hun ervaringen - zoals de vondst van
de drie wrakken bij Terschelling - zitten gedetailleerd in de computer. De
scheepskanons bijvoorbeeld die ze bij de wrakken aantroffen zijn er nauwkeurig
in beschreven.
Anderen verzamelen feitjes, soms zeer gespecialiseerd. Uiteraard wordt
vooral de VOC-tijd druk onderzocht, en er is zelfs iemand die zijn kennis
toespitst op VOC-schepen uit Enkhuizen in de periode 1650-1675. Dat was een
tijdvak waarin schepen herhaaldelijk naar de kelder gingen. Anderen weten álles
over onderzeeboten en over getorpedeerde schepen.
Sommigen verzamelen gegevens uit oude kranten. Zoals deze, uit de Leeuwarder
Courant van 4 december 1790: In den Nagt van den 27sten deezer is agter de Koog
op Tessel verbryzeld, het Oost-Indische Compagnie Schip DE NEGOTIE, Kapitein H.
Driesen, na Ceylon. Van de Equipagie zijn 17 Man geborgen...
Man en muis
Anderen doen stamboomonderzoek in gemeentearchieven en komen daar van alles
tegen: schipper Johannes Claeszoon is op 18 januari 1754 gestorven toen zijn
'Neeltje' op de thuisreis voor de rede van Callantsoog met man en muis (én
lading) in een vliegende storm verging. Zelfs oude kerkarchieven bevatten soms
bruikbare meldingen, zoals over afwezige kerkgangers die aan het jutten zijn
omdat vlak voor de kust een schip is gezonken.
De gegevens worden aangevuld met scheepsbrieven (waarin ladingen vaak exact
staan omschreven), met verslagen van de Raad voor de Scheepvaart die
scheepsrampen onderzoekt, met meldingen van bergingsbedrijven - en met verhalen
van oude zeelui, die letterlijk worden opgetekend. Soms hebben die oude vissers
zelfs hun kaarten nog bewaard waar ze wrakken op aantekenden.
En tenslotte staat in Den Helder dag en nacht een scheepsradio aan.
"Daardoor hebben we dit weekeinde weer twee kotters aan onze lijst kunnen
toevoegen die op de Noordzee vergingen", zegt Donker met opmerkelijk
enthousiasme.
Klusjes
Acht jaar geleden had Roel Donker in Den Helder een duik- en
bergingsbedrijf. Hij kreeg klusjes van oliemaatschappijen, die een schone
zeebodem wilden hebben voor de aanleg van pijpleidingen naar booreilanden.
Sonar-onderzoek gaf echo's op de zeebodem en zijn bedrijf moest dan die
mogelijke obstakels gaan bekijken.
"Dit soort duikinformatie is ontzettend duur: tussen de f. 7.000 en f. 25.000
per dag, afhankelijk van het materiaal dat je inzet. Je brengt rapport uit aan
een oliemaatschappij en die stopt dat na gebruik in een papierversnipperaar.
Weg informatie. Dat vond ik jammer."
Een bevriende software-ontwikkelaar schreef voor hem een simpel
computer-programmaatje, waarin hij de gegevens van 5.000 wrakken/obstakels in
kon opslaan. "En toen begon het te lopen. Een opticiën in Den Helder spaarde
informatie over de Blauwe Ridders, dat waren de mensenredders nog voordat de
reddingsmaatschapijen bestonden. Dat stopten we er bij. En toen kwam die duiker
uit Terschelling die naar wrakken zoekt, en toen... Nu hebben we ons omringd
met wel tweehonderd mensen die voortdurend gegevens aanleveren."
Griezelig
Naarmate de databank groeide en de computer gegevens kon gaan vergelijken en
koppelen, kwamen griezelige zaken aan het licht. "We hebben ontdekt dat vlak na
het einde van de Tweede Wereldoorlog een schip vertrok met aan boord
roofgoederen van nazi's. Het werd achtervolgd door de geallieerden en tenslotte
in het Kanaal tot zinken gebracht. Maar voordat het zover was, heeft dat schip
iets verloren."
"We weten sinds kort dat het daarbij om een container ging van drie bij vier
meter. Nou, wat zou daar in kunnen zitten? Twaalf kuub dus, en zwaarder dan
12.000 kilo, want die container is gezonken. Op grond van weer andere
informatie denken wij dat er gouden tanden en kiezen in zitten. Die container
is volgens ons vrij gemakkelijk te vinden. Alleen, het kost geld, want je moet
er een flinke organisatie voor op touw zetten."
Gifgas
Net zo griezelig is de informatie over wrakken vol met gifgas. Eén van de
Wraksys-medewerkers kreeg een tip, ging zoeken en vond al vrij snel dertig
schepen die vlak na de Tweede Wereldoorlog op vrijwel dezelfde plaats en in
dezelfde tijd 'vergaan' waren.
"Inmiddels weten we dat het Britse leger na aankomst in Hamburg daar een
grote loods aantrof, een vroegere cementfabriek, die geheel gevuld was met
gasmunitie: mosterdgas en zenuwgassen als Sarin en Tabun. De Britten wisten
niet wat daarmee te doen. Ze hebben het in oude schepen geladen en die te pas
en te onpas in zee laten zinken, zelfs op hele ondiepe plaatsen."
Wraksys heeft inmiddels meer dan honderd scheepswrakken geďdentificeerd die
in hetzelfde stramien passen. "De meesten liggen in een 150 meter diepe trog in
het Skagerrak. Daar hebben we redelijk nauwkeurige posities van. Andere zijn
afgezonken in de Oostzee, rond het Deense eiland Bornholm, bij de
Shetland-eilanden en in de Golf van Biscaye."
De laatste informatie is dat deze gifgas-dumpingen ook dichter bij huis, in
de Noordzee, hebben plaatsgevonden. Donker weet dat van een Nederlandse
marineman die vlak na de oorlog naar Engeland is gegaan. Op verzoek van Donker
heeft de man zijn getuigenis op papier gezet.
"Hij heeft in Engeland gasmunitie helpen laden. Een sleepbootje voer er dan
mee de zee op en keerde enkele uren later weer terug. Het is dus vlak bij de
kust gedumpt. We denken nu vrij nauwkeurig te weten waar het ligt."
Betrouwbaar
Sommige informatie is niet of nauwelijks betrouwbaar. Dat is voor Wraksys
geen beletsel om het in de computer te stoppen. "We nemen zelfs leugens op. De
Duitsers hebben bijvoorbeeld altijd beweerd dat ze bij IJmuiden drie Britse
motortorpedoboten tot zinken hadden gebracht. Dat blijkt propaganda te zijn.
Vroeger schrapten we zoiets, maar het blijkt dat die gebeurtenis nog altijd
vragen oproept. Nu staat er het weer in, mét die aantekening dus."
Al dat soort informatie is geld waard. Nog steeds is Wraksys hobbyisme. Maar
dat begint te veranderen. Aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij zijn dit
jaar twee pakketten verkocht met gegevens over de zeebodem in een bepaald deel
van de Noordzee. De diensten van Rijkswaterstaat in Groningen en Friesland
hebben de informatie gekocht van alle wrakken en strandingen tot drie mijl
buiten de kust van deze provincies.
Natuurlijk is er nóg een manier om de beschikbare informatie te gelde te
maken: Donker: "Over twee jaar wil ik een stichting in het leven roepen en naar
bepaalde wrakken gaan zoeken. Want wat er nog aan waardevolle ladingen in zee
ligt... Echt ontstellend veel."
Lood
Donker geeft voorbeelden. Verhalen van oude zeelui brachten hem op het spoor
van gezonken schepen die met zuiver lood waren geladen. "Zou je niet
onmiddellijk aan denken hč? Maar een schip met 500 ton lood ŕ zes gulden de
kilo is toch redelijk waardevol."
En neem de 'Negotie', dat VOC-schip, dat twee eeuwen geleden naar de kelder
ging. Duiten uit dat wrak spoelen nog steeds aan op Texel. Die duiten zaten in
linnen zakken, vandaar. De rest, het goud en zilver, zit in kisten. "Ik ben er
al eens naar wezen zoeken. Lastig hoor. Je moet apparatuur hebben waarmee je de
bodem in kunt. Je moet blazen, zand verplaatsen. Heel veel werk en dan nog heb
je minimale uitwerking. Voor zo'n project heb je zes, zeven duikers nodig. En
drie maanden werk is niets. Daarom is het ook zo duur."
Nog een voorbeeld? De 'Renate Leonardt'. "Die had onvoorstelbaar veel goud
aan boord, volgens ons afkomstig van prins Hendrik." De Wraksys-computer meldt
dat het schip in 1917 door de Britten werd getorpedeerd, op de Haaksgronden bij
Den Helder.
Donker staart in de verte. "We weten dat het goud in 454 kisten zat. We
weten ook precies waar het schip ligt, en dat het in drie stukken is gebroken."
Eigendom
Als het eigendomsrecht ter sprake komt, reageert Donker wat nukkig. "De wet
zegt dat je alles dat ouder is dan 50 jaar onberoerd moet laten. Je mag dus
niet willens en wetens naar een ouder schip gaan zoeken. Ha! Je mag natuurlijk
wčl ergens je anker uitgooien en dan gaan kijken of dat anker goed ligt."
En als je dan een wrak tegenkomt? "Als het ouder is dan 50 jaar moet je het
ogenblikkelijk melden. Maar het kan natuurlijk héél lang duren voor je er
achter bent dat het echt zo oud is. Ik bedoel: dat vereist natuurlijk
ontzéttend veel en langdurig onderzoek, begrijp je?"
© 1995 Rob Ruggenberg.
Last modified: 10-03-95