Door Rob Ruggenberg en Archie Sumter
Volgens de nieuwe rekenmethode van de Wereldbank behoort Suriname nu tot de
twintig rijkste landen ter wereld. Het land staat op de 17de plaats en is
daarmee rijker dan Nederland, dat 19de is geworden.
"Wij hebben de rijkdom in Suriname vastgesteld op 389.000 dollar per persoon", rekent een woordvoerder van de Wereldbank voor. Dat komt neer op 620.000 Nederlandse guldens. Ter vergelijking: een Nederlander is slechts goed voor 600.000 gulden (het rijkst is een Australiër: f. 1,4 miljoen).
Ze zullen er van opgekeken hebben, daar in Suriname, waar vierhonderdduizend mensen met hosselen het hoofd boven water proberen te houden. De levensstandaard is er nu, twintig jaar na de onafhankelijkheid, gedaald tot die van een Derde-Wereldland. Dat wil zeggen: inclusief de daarbij behorende armoe, honger en ziekten.
Vòòr die 25ste november 1975 was Suriname een welvarend rijksdeel, misschien wel het meest welvarende gebied in heel Zuid-Amerika. Wie het bezocht, ontmoette alom vriendelijkheid. 'Paramaribo oogt schoon en tevreden en ook in het binnenland zijn de indianen en bosnegers goedlachs en gastvrij', heet het in een toeristenfolder uit die tijd.
Alleen vorig jaar al bedroeg de inflatie 500 procent. Het gemiddelde maandinkomen is gezakt naar 20.000 Surinaamse guldens, oftewel 72 gulden Nederlands. Een gezin heeft maandelijks ongeveer 50.000 Surinaamse guldens nodig om te overleven. "De helft van alle gezinnen heeft zich gemeld voor noodhulp, in de vorm van voedselpakketjes", meldt het Surinaamse ministerie van sociale zaken.
Nee, die nieuwe rekenmethode van de Wereldbank heeft in Suriname vooral ongeloof veroorzaakt. "Suriname scoort zo hoog, omdat wij behalve het bruto nationaal produkt ook de natuurlijke rijkdom van het land meerekenen. Dat betekent dat wij de waarde van land en water, en de bodemschatten, omslaan per hoofd van de bevolking", legt de woordvoerder van de Wereldbank uit.
Ze kunnen hun gang gaan omdat het bestuursapparaat lam is. In Paramaribo overheerst de aanblik van slapende ambtenaren - ook letterlijk (je moet wel, als je 's nachts hosselt). "Ondanks dat veertig procent van onze bevolking een ambtenarenstatus heeft zijn velen slechts zelden op hun post te vinden", klaagt een woordvoerder van de Surinaamse werkgeversorganisatie.
Voeg dat bij een kafkaïaanse bureaucratie, vriendjespolitiek en corruptie - en ziedaar waarom nieuwe projecten meestal reeds in een vroeg stadium stranden.
Zelfs de meest optimistische Surinamer, die voor de onafhankelijkheid nog droomde van een gouden toekomst, verlangt alleen nog maar naar Nederland. Daar woont trouwens al éénderde van alle Surinamers (plus nog een onbekend aantal illegalen).
"En na de tweede coup, op kerstavond 1990, gebeurt datzelfde nog een keer. De militairen schroefden in een mum van tijd het begrotingstekort op van 100 miljoen naar 500 miljoen en verdubbelden het deviezentekort."
In hetzelfde tempo verdween de Nederlandse ontwikkelingshulp in een zwart gat. in 1975 hadden de Surinaamse onderhandelaars ruim 3,5 miljard uit het kabinet-Den Uyl weten te persen. Daar ligt nu nog 1,5 miljard van in Den Haag op de plank.
Waar die overige 2 miljard gulden zijn gebleven - niemand weet het. In Suriname is geen brug of gebouw aan te wijzen dat met dit geld is gebouwd.
Afgescheiden
Daarom ook hebben de binnenland-bewoners, dat handjevol overgebleven
indianen en bosnegers, zich drie maanden geleden officieel afgescheiden van de
rest van Suriname. Op een Gran Krutu in Asindonhopo besloten granmans en
opperhoofden dat ze het voortaan zelf gaan doen.
"Wat er nog over is aan hulp moet rechtstreeks naar de granmans. Wat via Paramaribo wordt gestuurd komt nooit bij ons terecht", zegt Michel Aboikoni, die in Nederland fungeert als afgevaardigde van de granmans.
Het is niet verbazingwekkend dat in dit geteisterde land de Colombiaanse drugsmaffia zijn slag heeft kunnen slaan. "Het is moeilijk eerlijk te blijven als een smokkelaar je een jaarsalaris aanbiedt om drie minuten je ogen dicht te doen", zegt de chef van de narcotica-brigade in Paramaribo. Zelfs zijn eigen agenten gaan voor dergelijke aanbiedingen door de knieën, zoals recentelijk bleek na enkele opzienbarende arrestaties.
Iedereen zegt dat Desi Bouterse tot over de oren in die handel zit. Daar zijn echter nog nooit bewijzen voor op tafel gelegd. Misschien dat die nu komen. Officier van justitie mr. J. Suyer, die in Nederland het zogeheten Copa-onderzoek (Colombia-Paramaribo) leidt, zei deze week tijdens zijn verhoor door de IRT-enquêtecommissie dat het onderzoek zeker tot 'iets' leidt.
Suyer wilde daar niet over uitwijden. Mogelijk heeft die terughoudendheid te maken met de angst voor diplomatieke conflicten. Uitlevering is vrijwel onmogelijk. En Bouterse lijkt hoge ogen te gaan gooien bij de komende verkiezingen, in mei 1996.
Maar nog erger maakt Jaggernath Lachmon het, de 78-jarige leider van de hindoestaanse regeringspartij VHP. "Geef mij nog vijf jaar de tijd en Suriname is een van de meest welvarende landen ter wereld", zegt de man die gemakshalve vergeet dat hij in dit land nu al 45 jaar de lakens uitdeelt.
Maar het kan natuurlijk zijn dat hij de nieuwe rekenmethode van de Wereldbank achter de hand houdt om zijn gelijk te bewijzen.