Israelische geheime dienst draait hand niet om voor moord meer of minder

Mossad is minder goed dan haar mythe

Door Rob Ruggenberg
Aan de Koning Saul-boulevard in Tel Aviv staat, onopvallend, het Hadar Dafna-gebouw. Daarin zetelt de 'Mossad le-Modiin ule Tafkidim Meyuhadim'. Dat is Hebreeuws voor 'Instituut voor Inlichtingen en Speciale opdrachten'.
Op de vijfde verdieping staat een computer. Daarin zitten de dossiers van anderhalf miljoen mensen: vijanden van de staat Israel. Onder de namen ongetwijfeld ook die van Hani Abed, de 35-jarige Palestijn en Jihad-leider die omkwam toen hij in de Gazastrook in zijn auto stapte en nietsvermoedend de motor startte.
"We zullen de terreur van Hamas en de Islamitische Jihad met nog hardere terreur bestrijden", heeft Israel bekend gemaakt. De Mossad heeft een lange traditie op dat terrein.
Neem de gruwel van 1972: de Olympische Spelen van Munchen. Bij een Palestijnse gijzeling van Israelische atleten vielen vijftien doden. De Mossad richtte in de jaren daarna onder de daders een slachting aan.

Opgeblazen

Pas vorig jaar, op 21 november, gaf de Israelische generaal Aharan Yariv tijdens een tv-interview toe dat de Mossad alle vijftien daders van die aanslag systematisch heeft vermoord. Ze werden doodgeschoten of opgeblazen met bommem met afstandsbediening. Dat gebeurde zowel in Europa, in Parijs, Rome en Londen, als in Beiroet, waar Palestijnse leiders in hun bed werden doodgeschoten.
De Mossad draait de hand niet om voor een moord meer of minder. Maar ook zijn rond deze geheime dienst sinds haar oprichting in 1952 zoveel mythes geweven, dat niemand meer weet wat daarvan waar is, en wat verzonnen.
Een ding is zeker: als de Mossad net zo goed was als haar legende, dan zouden Saddam Hoessein en Yasser Arafat al lang en breed onder de groene zoden liggen.

Fouten

Ook bij de jacht op de daders van Munchen ging soms van alles fout. Zo schoten Mossad-agenten in 1973 in het Noorse dorp Lillehammer een Marokkaanse kelner dood. Ze dachten dat het Ali Hassan Salameh was, de aanvoerder van de terreurgroep Zwarte September.
En in datzelfde jaar kaapten Mossad-agenten een Italiaans verkeersvliegtuig waarin zij George Habash vermoedden, de leider van het Volksfront voor Palestina. Hij zat er niet in.

Huzarenstukjes

Evenmin als haar tegenstanders stoort de Mossad zich aan internationale orde en rechtspraak. Dat bleek al bij het huzarenstukje waardoor deze geheime dienst het meest bekend werd: de ontvoering in 1960 van de nazi-oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann uit Argentinie. Een Argentijns protest tegen deze daad werd door de Veiligheidsraad onderschreven, maar Israel negeerde die uitspraak en bracht Eichmann na een rechtszaak ter dood.
Twaalfhonderd mensen heeft de Mossad in dienst. De top bestaat uit 35 katsa's, officieren, die het gevaarlijkste werk doen. Verder beschikt de Mossad in binnen- en buitenland over een netwerk van duizenden sajaniem, burger-vrijwilligers en over talloze oter, informanten.
Dat soort gegevens is eerst de laatste jaren bekend geworden, nadat enkele oud-Mossad agenten uit de school gingen klappen. Zo heeft Israel twee jaar geleden vergeefs pogingen gedaan de publicatie te verhinderen van boeken van een ontslagen agent, Victor Ostrovsky.

Illegaal

Uit wat hij, en andere Mossad-ingewijden, hebben onthuld vallen lange lijsten te construeren van illegale daden van deze geheime dienst. Een greep daaruit:
In 1963 vermoordden Mossad-agenten Duitse geleerden die in Egypte hielpen bij het ontwikkelen van kernwapens.
In 1966 bracht een beeldschone Mossad-spionne een Irakese Mig naar Tel Aviv.
In 1968 stal een Mossad-eenheid in volle zee 200 ton uranium uit een Libanees vrachtschip.
Op kerstavond 1969 'ontvoerde' de Mossad uit Cherbourg vijf kannonneerboten die Frankrijk voor Israël had gebouwd, maar die De Gaulle vanwege het wapenembargo weigerde af te leveren.
In 1978 schoten Mossad-agenten drie Palestijnen dood op de Franse luchthaven Orly-Sud.
Op 6 april 1979 bliezen Mossad-agenten in het Franse La Seyne-sur-Mer twee kernreactoren op die de Fransen aan Irak hadden willen leveren.
Tien dagen later openden Mossad-agenten midden op de Brusselse luchthaven Zaventem het vuur op een groepje Palestijnen die een granaat en een molotovcocktail naar een Israelisch vliegtuig wilden gooien.
Het Israelische bombardement in 1981 op een Irakese nucleaire installatie, die op het punt stond in gebruik te worden genomen, was geheel voorbereid door de Mossad.
In 1992 ontdekte de PLO-veiligheidsdienst dat lijfwachten van Arafat betaald werden door de Mossad. Kort daarop werd werd de directeur van de veiligheidsdienst van de PLO, Atef Bseiso, voor zijn hotel in Parijs doodgeschoten.
Palestijnen die betrokken zijn bij aanslagen op bussen zouden er verstandig aan doen hun testament te maken. Victor Ostrovsky, de ontslagen Mossad-agent, vertelt hoe Mossad-moordenaars hem en zijn kameraden leerden omgaan met een .22-kaliber automatisch geweer: "Uw opdracht eindigt met een schot door het hoofd".



© 1995 Rob Ruggenberg. number
Last modified: 10-05-95