Dit is de wereld van blankeman in zwarteland, die Doris Lessing meedogenloos
beschrijft in haar zojuist in Nederlandse vertaling gepubliceerde 'Terug naar
Afrika'. Het is Doris Lessing op zijn best: aan de ene kant schokkend en
uitdagend en aan de andere kant analyserend en zoekend naar een kans om het
onbegrijpelijke te begrijpen.
Doris Lessing is een van de meest provocerende auteurs van deze eeuw.
Feministe in hart en ziel. Een tijdlang was ze communiste - daar heeft ze geen
spijt van. Sommige van de romans die ze in haar politiek actieve periode
schreef - neem 'De barmhartige terroriste' - behoren tot de hoogtepunten in de
angelsaksische literatuur.
Ze is nu 75 jaar en haar standpunten zijn er niet zachtmoediger op geworden.
Sterker nog: wie in deze nieuwe Doris Lessing begint te lezen, kan alvast
beginnen met slikken. Maar volgens mij is dit verplichte lectuur voor iedereen
die naar Afrika reist of anderszins met dit bijna vergeten werelddeel te maken
heeft.
Een gevolg van haar politieke stellingname van destijds was dat haar de
toegang tot het land waar zij van haar vijfde tot haar dertigste had gewoond -
Rhodesië dus - werd ontzegd. Dat heeft zij verschrikkelijk gevonden. Pas nadat
Rhodesië onafhankelijk was geworden en was omgedoopt tot Zimbabwe, kon ze
terugkeren.
Dit boek is het verslag van haar eerste bezoek en van de andere reizen die
ze sindsdien naar dat land heeft gemaakt. Het boek is levendig, vol
sprankelende dialogen als in haar romans. Het is ontroerend, bijvoorbeeld als
ze de pijnlijke ontmoeting beschrijft met haar broer van wie ze vervreemd is en
die nog steeds de oude denkbeelden koestert. Het is onthullend, bijvoorbeeld
als ze beschrijft hoe het landschap veranderd is - en hoe de dieren zijn
verdwenen.
Eigenlijk moet je dit boek samen lezen met het kleinood 'Gevangenschap
waarvoor we kiezen', een prachtig boekje dat eind vorig jaar verscheen en
waarin een aantal radiolezingen van Doris Lessing zijn gebundeld. Het staat vol
met schokkende observaties van de menselijke geest. Zoals deze:
"Toen ik kort geleden in Zimbabwe was, twee jaar na de onafhankelijkheid, na het einde van een afschuwelijke oorlog die aanzienlijk weerzinwekkender en wreder is geweest dan we ooit te weten zijn gekomen, heb ik ontmoetingen gehad met soldaten van beide kanten, blank en zwart. (...) Het was evident dat de strijders aan beide kanten, zowel de zwarten als de blanken, genoten hadden van de oorlog. Het was een strijd die grote bekwaamheid, persoonlijke moed, initiatief en vindingrijkheid had vereist - de bekwaamheden van een guerrilla, talenten die gedurende een lang leven in vrede wellicht nooit gebruikt hadden hoeven worden. Toch heeft men wellicht een vermoeden van hun bestaan en verlangt men heimelijk naar een mogelijkheid ze aan te wenden. Dat is niet de minst belangrijke reden, geloof ik, waarom een oorlog uitbreekt."
Dat laatste, gevoegd bij de wetenschap dat vele blanke hardliners uit Rhodesië naar Zuid-Afrika zijn vertrokken, wekt een sombere verwachting voor wat zuidelijk Afrika nog meer te wachten staat.