Grijze heren in grijze kostuums beslissen in Dublin
Rituele dans rond de walvis
In Dublin wordt begin juni 1995 beslist over heropening van de jacht
op walvissen. Sentimenten en politiek spelen de belangrijkste rollen op deze
vergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie.
Door Rob Ruggenberg
Ooit was de walvisjacht een aangelegenheid voor ijzeren kerels op
stampende schepen - volgende week houden vooral grijze heren in grijze kostuums
zich met deze enorme zoogdieren bezig. Vanuit alle windstreken reizen ze af naar de Ierse hoofdstad Dublin.
In het statige Dublin Castle wordt beslist over
mogelijke hervatting van de commerciële jacht op walvissen. Het is de
jaarlijkse rituele dans van de Internationale Walvisvaart Commissie IWC.
In het kielzog van de officiële regeringsvertegenwoordigers en de biologen
arriveren in Dublin de actievoerders. Sommigen zijn zelfs officieel waarnemer,
zoals directeur Geert Drieman van Greenpeace Nederland. Zij worden toegelaten
bij alle belangrijke vergaderingen van de IWC.
Ons kent ons in Dublin. Autoriteiten en actievoerders kennen elkaar al
jaren. Ze hebben elkaar ontmoet op de IWC-conferentie vorig jaar in Mexico, of
op de conferentie een jaar daarvoor in Japan, of nog eerder, op IJsland of in
ons eigen Noordwijk. Ze logeren in hetzelfde hotel, bezoeken soms zelfs elkaars
feestjes, zoals de nachtelijke strandparty's in Mexico vorig jaar, waarover nu
nog wordt gesproken.
Publieke opinie
Vroeger, decennia geleden, was de IWC een nogal technische instelling die de
omvang van de walvisstand precies groot genoeg hield om naar hartelust te
kunnen jagen. Officieel is dat nog steeds zo, maar in werkelijkheid gaat het al
enkele jaren om iets anders: om politiek - en dus om de publieke opinie.
En die publieke opinie is momenteel sterk gekant tegen walvisjacht, althans
in de Verenigde Staten, Australië, Nieuw-Zeeland en in de meeste landen van
West-Europa. Een agendapunt als humane killing methods (menswaardige methoden
om de walvissen sneller te doden) roept in deze landen alleen maar afgrijzen
op. Een rationele discussie over de voor- en nadelen van elektrokutie met
elektrische harpoenen kán daarom in Dublin gewoon niet meer.
Nieuw-Zeeland en
Engeland zullen proberen de elektrische harpoen voorgoed uit te bannen. De
walvisvarende landen Japan en Noorwegen zijn vanzelfsprekend tegen.
Japan en Noorwegen zullen, samen met enkele Caraïbische eilanden, zelfs
moeite doen om het huidige internationale moratorium ('vangstverbod') van tafel
te krijgen. De huidige walvisvangsten van deze twee landen zijn overigens niet
illegaal, omdat zij destijds officieel bezwaar hebben aangetekend tegen dat
besluit.
Opheffing van het moratorium is politiek gezien echter ondenkbaar. Op
vrijwel elk belangrijk agendapunt geven tegenwoordig de sentimenten van het
thuisfront de doorslag. En de walvis wordt steeds populairder. Aan die
ontwikkeling wordt bijgedragen door de toenemende mogelijkheden tot
whale-watching, de zogenaamde walvis-safari's. Bij toeristen die eenmaal
walvissen van zeer nabij hebben gezien, hoef je niet meer aan te komen met
'humane killing' of andere pro-jacht argumenten.
Geen alternatief
Japan probeert dit jaar het onderwerp walvis-safari van de IWC-agenda te
schrappen. Japan vindt dat dit onderwerp er niet thuis hoort, omdat de IWC
immers is opgericht om jacht te bespreken. En Noorwegen vindt safari's geen
goed alternatief - de goede resultaten van hun eigen safari's vanuit de Lofoten
ten spijt.
Liever spreekt Japan op de IWC over de wereldvoedselschaarste die met
walvisvangst zou kunnen worden bestreden. Of over het Japanse wetenschappelijk
onderzoek van de walvis (dat door de IWC als ridicuul wordt bestempeld),
waarvoor jaarlijks talloze walvissen worden geschoten.
De Japanners hebben een doorgewinterde lobbyist ingehuurd: de beminnelijke
en onverstoorbare Alan Macnow, een Amerikaan die in New York een
public-relationsbureau drijft. Macnow gaat geen zee te hoog. Zijn voornaamste
opdracht is er voor te zorgen dat de IWC het vorig jaar ingestelde reservaat
voor walvissen rond de Zuidpool zo gauw mogelijk weer afschaft. Hij is dan ook
degene die het argument van het wereldvoedselprobleem heeft bedacht.
Tonijn
Nou trekt Japan zich intussen niet zoveel van dat Antarctica-reservaat aan,
want zijn walvisjagers gaan er duchtig tekeer. En niet alleen voor
'wetenschappelijke doeleinden'. Begin deze maand enterde de Nieuwzeelandse
kustwacht de Japanse fabrieks-vissersboot Hoshin Maru, die zogenaamd op tonijn
viste. Aan boord werd een vracht walvisvlees aangetroffen, reeds verwerkt in
blikjes van 130 gram en met opschrift Bearded whale meat (vlees van
baardwalvissen).
Het incident toont aan wat de oorsprong zou kunnen zijn van al dat
walvisvlees dat in Japan gewoon in de supermarkt ligt. Greenpeace heeft daar
DNA-analyses van laten maken. Daaruit bleek dat het afkomstig was van
dwergvinvissen, gewone vinvissen en bultruggen - beschermde en met uitsterven
bedreigde soorten.
Japan is niet het enige land waar je walvisvlees kunt eten. In het
visrestaurant 'Tri Frakkar' in de IJslandse hoofdstad Reykjavik staat
walvisbiefstuk gewoon op de menukaart (tussen zeehondekarbonade en gerookte
haai in). En ook in Noorwegen ligt het zwartrode vlees in de supermarkten.
Dollars
Er is zoveel vraag naar walvisvlees dat de eilandengroep Tonga in de Stille
Zuidzee overweegt het afschieten van bultruggen binnen haar territoriale
wateren weer toe te staan. Het Japanse visbedrijf MACA Pacific heeft daarvoor
een concessie aangevraagd. Het is bereid honderd Amerikaanse dollars per kilo
'verkoopbaar' walvisvlees te betalen. In Japan brengt het vlees het dubbele op.
Eén van Alan Macnows argumenten is dat er op het zuidelijk halfrond
voldoende (760.000) dwergvinvissen rondzwemmen om de jacht op deze soort te
openen. Noorwegen meent iets soortgelijks over het noordelijk deel van de
Atlantische Oceaan, waar er tussen de 30.000 en 90.000 zouden zijn. Hoeveel
precies weet geen mens.
Deze maximaal negen meter lange dwergvinvissen vormen de enige
walvissensoort (van de 76) die de slachting van de afgelopen eeuwen in
redelijke aantallen overleefde. Dat hadden ze te danken aan het feit dat ze
relatief klein zijn. De walvisjagers joegen liever op groter wild. Die grotere
zijn nou op.
© 1995 Rob Ruggenberg.
Last modified: 10-03-95