Door Rob Ruggenberg
Al bij de tweede vraag wil hij dat de bandrecorder uit wordt gezet. (Die
vraag luidde: U stelt steeds oorlogsmisdaden van anderen aan de kaak. Welke
heeft U eigenlijk zelf gepleegd?)
Hij zegt: "Nou, ik heb wel eens een kampong in brand gestoken."
- Dat was het?
"Ik dwaalde wel eens af van de troep. Zo kwam ik eens een aangeschoten boer
tegen. De troep was al doorgelopen. Ik stond daar in mijn eentje en die boer
was dodelijk gewond. Hij kwam naar mij toe en smeekte 'Air, toean, air'. Water,
hij wilde water. Ik wou hem doodschieten, maar toen weigerde mijn
pistoolmitrailleur, wat-ie nooit eerder gedaan had."
"Op andere momenten heb ik wel geschoten..." Hij is wat korzelig. "Wat je
eigenlijk van mij wilt weten is hoeveel krijgsgevangenen ik in koelen bloede
heb gedood. Nou, dat is nul komma nul."
Verder wil Hueting er niets over in de krant. "Ik heb genoeg verteld, ik
hoef niet nog eens mijn ziel bloot te leggen."
Maar een dag later belt hij op. Hij heeft er over nagedacht en wil praten. "Het is een moeilijke kwestie. Als ik antwoord: ik heb daar regelmatig mensen gemarteld, de dood in gejaagd en krijgsgevangenen afgemaakt, dan stijgt een gehuil op: 'Die Hueting is de eerste die berecht moet worden'. Maar als ik dat andere zeg: ik heb vreselijke dingen meegemaakt, maar ik heb zelf niet meegedaan, dan is de reactie: 'Wat een godvergeten huichelaar is dat'. Ziet u hoe kwetsbaar ik dus ben? Ik kan geen van beide zeggen."
- De vraag blijft toch hangen: hoe zit het nou eigenlijk met die Hueting? Het maakt verschil uit voor...
"Je gaat toch niet zeggen: voor mijn geloofwaardigheid, hoop ik?"
- Toch wel. Als u denigrerend doet over oorlogstrauma's van veteranen is het van belang te weten of u wellicht makkelijk praten hebt.
Hij aarzelt weer. "Nou, ik heb dus wel mensen doodgeschoten. Twee of drie, die op hun knieën zaten dood te bloeden, nadat iemand uit onze groep in een hut met een pistoolmitrailleur tekeer was gegaan."
- Deze zaak komt niet voor in de Excessennota.
Fel: "Nee, natuurlijk niet. In die nota komt niks voor van wat ik verteld heb. Van geen van de oorlogsmisdaden waarbij ik aanwezig ben geweest is ooit een zaak gemaakt."
- Waarom eigenlijk niet?
"Omdat het klimaat zo was. Dat was de gewone gang van zaken: niks melden, want dat willen ze daarboven niet."
- Voelt u zichzelf verantwoordelijk?
"Nee. Ik ben naar Indië gezonden door een regering die gekozen was in een
democratisch land. Er was een parlement, dat met overgrote meerderheid
- alleen de communisten waren tegen - de troepen opdracht gaf orde en rust te
herstellen. Ik voel mij niet in het minst schuldig dat ik de orders van mijn
regering en parlement heb opgevolgd."
"Ik snap wel: uw vraag heeft een dubbele bodem. Maar dit is mijn eerste
antwoord en ik zou ook de veteranen aanraden om dit antwoord altijd te
gebruiken. Het is de logica zelve en het geeft je gemoedsrust. Nu komen we
natuurlijk op het geweten. Nou, ik heb mezelf rekenschap gegeven en ook mijn
vrouw en dochters van wat ik wel en niet gedaan heb. En dan is de balans niet
zo slecht. Voor mezelf heb ik de gemoedsrust dat ik het er niet zo slecht heb
afgebracht."
- Heeft U daar een trauma aan overgehouden?
"Nou, misschien wel, maar je moet dat niet mythologiseren. Ik droom er niet
van, als u dat bedoelt. Je moet het niet mooier maken dan het is. Mag ik u een
paar andere trauma's melden? Gebroken gezinnen, vaders die hun echtgenotes in
elkaar slaan, incest. Een gewoon verkeersongeluk. Vernietigende trauma's. Dus
kom, laten die Indië-veteranen, Hueting inbegrepen, hun trauma's nou niet gaan
romantiseren. Noem mij eens een volwassene die zonder trauma's rondloopt."
"Veel van de veteranen vergallen er hun eigen leven mee. Uit hun verhalen
leid ik bovendien af dat die heren met hun trauma's ook nog eens hun gezin
terroriseren. 'Stil kinderen, kalm aan met papa, want papa heeft een trauma uit
Indië'. Ik heb de grootste minachting voor die koketteerders met hun trauma's."
"Je moet de zaak een beetje relativeren: denk eens aan wat er gebeurde in de
Eerste Wereldoorlog. En in de Tweede: D-Day, Arnhem, het Oostfront. Dat was
toch van een andere orde dan Indië."
- De Excessennota doet er nog een schepje bovenop. De zaken die U aanroerde hadden min of meer met het militaire bedrijf te maken. In de nota gaat het ook om verkrachtingen, diefstallen, afpersingen en dergelijke.
"Veteranen hebben mij wel eens lachend gezegd: Jij haalt je zoveel ellende in je hoofd dat je helemaal bent vergeten te vertellen dat we ook geroofd hebben als de raven. En verdomd, het was me totaal ontgaan, maar het was wel zo. En over verkrachtingen heb ik het evenmin gehad, terwijl ik daar ook heel wat over zou kunnen vertellen."
- Uit de nota krijg je ook de indruk dat er soms soldaten waren die het gewoon leuk vonden om op mensen te schieten. Zonder dat ze bedreigd werden, of zonder dat ze over hun toeren waren.
"Ja, die waren er ook. Ik zal u zo'n geval vertellen. We zaten zo'n twee maanden in Oost-Java. Er werd daar veel geschoten. De weg tussen de buitenpost Kalisat en de hoofdpost Jember lag voortdurend onder vuur. Er was een bepaalde kampong van waaruit dat telkens het geval was en van waaruit ook mijnen werden gelegd. Ongezellig dus. We moesten daar de boel een beetje gaan opruimen. Dus op een nacht zijn we daar naar toe gegaan..."
- Die Ambonnezen hoorden bij Uw troep?
"Ja, ik was de commandant. En de enige blanke. En 1.90 meter lang. De rest,
zo'n twintig man, was van lichtbruin tot donkerbruin en 1.60 meter. Dus als we
vuur kregen had ik het gevoel dat alles op mij gericht was. Ik vond dat bepaald
ongezellig."
"Maar goed, we hadden gevangenen gemaakt en het was inmiddels vijf uur
geworden, bijna licht. We gingen terug naar de weg waar we zouden worden
opgehaald door een drietonner. Die chauffeur stapt uit zijn truck. Nou heb ik
wel eens vaker ontdekt dat chauffeurs een minderwaardigsheidscomplex hebben. Ze
hebben ook de grootste verhalen, dit in tegenstelling tot ons, de mensen van
het veld. Wij behoren tot een kleine minderheid die in Indië werkelijk de
vijand in het oogwit heeft gekeken. Dat was maar 10 tot 20 procent hoor, laat
je niks wijsmaken."
- Heeft dergelijk gedrag iets met opleiding of achtergrond te maken?
"Nee. Ik heb het zien gebeuren bij arbeidersjongens, bij boeren en bij gestudeerden. Ik heb verachtelijke uitspattingen én schitterende beheersing gezien bij alle groepen."
- Wat is het verschil tussen een Nederlandse soldaat en een Duitse soldaat?
"Geen enkel."
- En tussen een Nederlandse soldaat en een SS'er?
"Dan praat ik de woordvoerder van de veteranen met instemming na: het
verschil is dat de SS'er een moordmachine was, gebaseerd op een racistische
theorie. En Dat Was De Soldaat Bij Ons Niet. Dat heb ik ook nooit een seconde
gesuggereerd."
"Wij waren gewoon soldaten, slecht opgeleid, verzeild in een vreemd land, en
in een vrijheidsoorlog waar wij - van hoog tot laag, van minister-president
Drees tot de gewone soldaat - niéts van begrepen."
* 'De Excessennota - Archievenonderzoek naar gegevens omtrent excessen in Indonesië, begaan door Nederlandse militairen in de periode 1945-1950'. Voorwoord door prof. dr. J. Bank. Uitg. SDU. Prijs f. 39,90.