De draaikolk van het herdenken
Door Rob Ruggenberg
Tijdens de Grande Finale van het Herdenken in Nederland in 1995 lijkt de oorlog
vooral een maatlat geworden die langs alle bestaande en nieuwe morele kwesties
dient te worden gelegd. Maar herdenken is meer. Het is een draaikolk van
nationale rituelen, historisch inzichten - maar het meest nog van herinneringen
aan groot en persoonlijk leed.
Erger dan Polen
Een man en een vrouw zitten, dag in dag uit, samen in een kelderruimte
tegenover elkaar, ieder aan een kant van een tafel. Ze hebben niets te doen.
En als dat niets af is, dan volgt er weer niets, en morgen is er ook niets
en voor overmorgen en volgende week en volgende maand bevat het programma
altijd maar niets.
Ze hebben een dochtertje, dat elders ondergedoken is, en ze horen op zekere
dag, dat het kind verraden is en doorgestuurd naar Polen.
Daar zitten ze tegenover elkaar. Ze zitten en ze zijn bezig met niets.
De man zegt tegen de vrouw: "Waarom zeg je niets?"
En de vrouw antwoordt: "Zeg jij wat."
Na een kwartier zegt hij: "Maar zeg dan toch iets."
En zij zegt: "Wat zal ik zeggen?"
Dat is de conversatie. En het kind is weg.
Westerbork en Polen zijn dan waarlijk het ergst niet, schreef Abel J.
Herzberg in 'Onderdrukking en Verzet'.
De man en de vrouw hebben zich vrijwillig voor deportatie gemeld.
Slechts zelden nog spreekt iemand over zo'n man en zo'n vrouw, en zo'n kind.
Anne Frank
En Anne Frank dan?
Twee jaar lang leurde haar vader met haar dagboek voordat hij eindelijk een
uitgever bereid vond het te publiceren. De eerste druk - 1.500 exemplaren - was
pas na acht jaar uitverkocht.
En wie heeft het echt gelezen?
Verenigd na de dood
Op het Britse oorlogskerkhof in Groesbeek heeft onlangs een dochter de as
van haar moeder begraven bij het graf van haar gesneuvelde vader. De moeder, in Engeland, had voor haar sterven de wens te kennen gegeven bij
haar man te worden begraven, maar voorschriften verbieden dat. De dochter vond
een oplossing in crematie en deze (illegale) asverstrooiing.
Er zijn ook varianten. In Uden, op het oorlogskerkhof, mengde een zoon zand
afkomstig van het graf van zijn moeder in Engeland door de aarde op het graf
van zijn gesneuvelde vader.
Hij nam wat grond van het Nederlandse kerkhof mee terug naar Engeland om
daar over het graf van zijn moeder uit te strooien.
Verandering
In de jaren zestig is de manier waarop Nederland omging met de herinnering
aan de oorlog drastisch veranderd. De Groningse historicus prof. E. Kossman
heeft beschreven hoe in die jaren jongeren massaal in het verzet gingen, net
alsof zíj wilden doen wat hun laffe ouders in de jaren veertig hadden
nagelaten.
"Toen bovendien, door een ongelukkige samenloop van omstandigheden,
buitenlandse arbeiders zonder visum illegalen werden genoemd, fuseerden in hun
jonge hoofden het verzet, de illegaliteit en de proletarische ellende in de
Derde Wereld tot één complex. De oorlog werd voor die generatie het decor in
hun theater."
Bunker
In Zeeland, langs een van de drukke wegen die naar het strand leiden, ligt
in een weiland een Duitse bunker, al weer lange tijd in gebruik als paardestal.
Jarenlang stond uitdagend, met grote letters, op de bunker gekalkt: Zimmer
Frei.
Vorig jaar heeft de boer die letters verwijderd. Hij verhuurt
vakantiehuisjes.
Het Oosten
Bij het herdenken van de slachtoffers van Tweede Wereldoorlog wordt zelden
gesproken over hen die in het Oosten vielen. Toch was het leed daar
omvangrijker dan in het Westen. Alleen al in China zijn tijdens de oorlogsjaren
15 tot 30 miljoen mensen omgekomen.
Het aantal slachtoffers in de Sovjetunie wordt geschat op 25 miljoen, onder
wie 16 miljoen burgers. Maar hoevelen daarvan vielen onder de terreur van
Stalin is onduidelijk. De meeste slachtoffers vielen in de Sovjetstaten die
zowel nazi- als sovjet-terreur ondergingen, zoals de Oekraïne.
Grebbeberg
Recente opmerkingen in het bezoekersregister van het Nederlandse
oorlogskerkhof op de Grebbeberg:
B. Volbeda (50) is teleurgesteld: "Degene die wij zochten hebben wij niet
gevonden."
Anja Kool (31) schrijft: "Zeer indrukwekkend. We mogen nooit vergeten wat
hier en overal in de wereld door oorlog werd, en nog steeds wordt aangedaan."
Will Rijnart-Migchielsen (53) schrijft: "Soldaten hebben ook moeders."
Een vrouw van 49 schrijft: "Als moeder van een 'blauwhelm' moet ik niet
denken aan het verdriet van dit thuisfront."
Maurice Hope (22) uit Canada twijfelt: "And God watches over us?"
Annemarijn van de Linden (10) vindt: "Heel dom om oorlog te maken voor zo'n
stukje land."
En Lorenz (10) concludeert: "Heel veel doden".
Grebbeberg (2)
Het herdenken op dit eerste Nederlandse oorlogskerkhof is tamelijk
geautomatiseerd. In het tegenwoordig onbemande voorlichtingscentrum gaan
automatisch spots aan als een bezoeker binnentreedt. Die lichten gaan na vijf
minuten weer uit, ook als de bezoeker er nog steeds rondloopt.
Hij kan een knop indrukken waarna volautomatisch een diaserie start, maar de
projector is meestal stuk. In het bezoekersregister, dat feitelijk is bedoeld
om er iets over het kerkhof in te schrijven, staan veel boze opmerkingen over
de kapotte apparatuur. "Nu, drie weken later, nog steeds niet hersteld."
Opvoeding
Veel kinderen die na de oorlog werden geboren kregen de afkeer van Duitsers
letterlijk met de paplepel ingegoten. Zo'n opvoeding laat sporen na; zulke
ideeën krijg je er niet gauw meer uit.
Sociologen ontdekten al in de jaren zestig dat die jonge generatie daardoor
een grotere hekel had aan Duitsers dan hun ouders, die de oorlog daadwerkelijk
hadden meegemaakt.
Westerse oorlogsmisdaden
Na vijftig jaar lijkt de tijd rijp voor het erkennen van oorlogsmisdaden die
zijn begaan door de overwinnaars, schrijft historicus D. van Galen Last in het
nieuwe Jaarboek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.
Geallieerde bombardementen op Duitse burgerdoelen kostten 420.000 mensen het
leven, onder wie 390.000 Duitsers.
Die terreurbombardementen hebben veel minder tot de ineenstorting van het
Derde Rijk bijgedragen dan Hitlers aarzeling tot midden 1944 om de Duitse
bevolking en economie volledig voor de oorlogsvoering te mobiliseren, meent Van
Galen Last.
Moeders
Op de Britse oorlogskerkhoven zijn de grafstenen vaak voorzien van een tekst
die door de nabestaanden kon worden bepaald. Meestal werd gekozen uit een boek
met standaardteksten.
Soms weken mensen daar van af. Die van de moeders zijn hartverscheurend:
Unknown to the world
he stands by my side
and whispers: 'Dear Mother'
Dat staat in Uden op het graf van ziekenbroeder J. Pollard, die drie weken
voor het einde van de oorlog stierf: op 13 april 1945. Hij was 27 jaar.
Een eindje verder ligt soldaat P. J. Hemsworth, die 20 was toen hij
sneuvelde:
To the world
You were only one
To your mother
you were the whole world
En op het oorlogskerkhof in Eindhoven liet de moeder van de 27-jarige Britse
soldaat V. L. Lepora op diens grafsteen graveren:
Too good to live
Too young to die
Only God knows why
Mother
Toch een tekst
Nederlandse oorlogsgraven van gesneuvelden dragen geen tekst, behalve de
naam, rang, en data van geboorte en overlijden. Daardoor steken ze wat kaal af
bij de Britse graven, waar de toegevoegde teksten mogen getuigen van emotie en
verdriet.
Op het oorlogskerkhof in Eindhoven, waar tussen 683 geallieerde kameraden
ook nog vier Nederlanders liggen, hebben de nabestaanden van stoottroeper W.H.
de Milde hier iets op gevonden. Tegen zijn grafsteen aan hebben zij een
marmeren plaatje geplaatst met daarop: Rust zacht Wim.
Het staat er al lang en het mag er kennelijk, wonder boven wonder, blijven
staan. Wim haalde net het einde van de oorlog niet. Hij stierf op 2 april 1945.
Hij werd 23 jaar.
Hangslot
In het landgoed Gorp-De Roovert, ten zuiden van Goirle, vlakbij het
riviertje De Leij, staan tussen de bomen vijf zwartgeschilderde palen. Op die
plaats schoten de Duitsers op de vroege ochtend van 15 augustus 1942 vijf
gijzelaars dood. Een represaille voor een overigens mislukte verzetsaanslag in
Rotterdam op een spoorweg.
Rond de plaats van de misdaad is enkele jaren geleden 200 meter hek
opgetrokken, met akelig prikkeldraad en een zwaar hangslot. Het houdt de
bezoeker op een zo grote afstand dat de inscriptie op de herdenkingssteen niet
meer leesbaar is.
Voor de gewone bezoeker is het hek is te hoog om er overheen te klimmen.
Voor vandalen is het te laag.
Ook Nederlanders
Opmerkelijk is dat bij het herdenken van de Nederlandse slachtoffers van de
Tweede Wereldoorlog altijd wel de blanken en KNIL-militairen worden herdacht
die in Nederlandsch-Indië het leven lieten, maar nooit de inlandse burgers.
De Japanse bezetting van Nederlandsch-Indië
kostte aan vijfhonderdduizend inlanders het leven. Volgens de Nederlandse
Grondwet waren dat nog steeds Nederlandse onderdanen.
Grootvader
De Britse soldaat J. H. Marks sneuvelde op 25 september 1944. Hij was 33
jaar oud. Hij ligt tussen zijn kameraden begraven op het oorlogskerkhof in
Uden. Op zijn steen staat:
In memory of
a loving father
and grandfather
Een 33-jarige grootvader?
De dochter was twee toen haar vader sneuvelde. Nu heeft zij zelf kinderen en
toen de grafsteen vorig jaar scheurde en vervangen moest worden, kreeg zij
toestemming de tekst aan te passen.
Geen graf
De Nederlandse Oorlogsgravenstichting heeft in 42 gedenkboeken de namen
opgenomen van meer dan 125.000 Nederlandse slachtoffers van wie geen
aanwijsbaar graf bekend is.
Van die serie zijn 30 boeken uitsluitend gevuld met namen van joden.
Van 55.000 andere oorlogsslachtoffers is het graf wel bekend. Ze liggen in
zestig landen, de meesten in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk,
Noorwegen, Engeland, Indonesië, Birma, Thailand, Hong Kong, Kenia, Chili,
Jemen, Singapore en de Verenigde Staten.
Schaamte
Nederland telde voor de oorlog 136.000 joden. Daarvan vielen er 102.000
onder de nazi-terreur. Dat is 75 procent - en dat behoort tot de hoogste
percentages van heel West-Europa.
In België kwam 40 procent van de joden om, in Frankrijk 23 procent, in
Oostenrijk 66 procent. Alleen Duitsland scoorde hoger dan ons land: 80 procent.
Vrijwel alle Nederlanders keken werkloos toe bij het ophalen van de joden,
en vrijwel alle politiekorpsen werkten zonder morren mee. De Duitsers wendden
onze gezagsgetrouwheid en bureaucratie erg efficiënt aan.
Rapport van de Duitse politiechef Rauter aan zijn chef Himmler (september
1942: "Die neuen Hundertschaften der holländischen Polizei machen sich in der
Judenfrage ausgezeichnet und verhaften Tag und Nacht hunderten die Juden."
Nederland leverde relatief gezien ook het grootste aantal SS-vrijwilligers
van alle bezette landen.
Rechtvaardig
Bestrijders van dit negatieve beeld wijzen er op dat Nederland relatief ook
meer rechtvaardigen telt dan welk ander land ook.
De 'Holocaust Martelaren en Helden Herdenkings Autoriteit' in Jeruzalem
registreert de namen van deze 'rechtvaardigen onder de volkeren der wereld':
mensen die zich met gevaar voor lijf en goed hebben ingezet om het leven van
anderen te redden.
Op de lijst staan 3.710 Nederlanders. De meeste namen op die lijst (4.261)
zijn van Polen, maar dat land telde dan ook vijfentwintig maal zoveel joden als
Nederland.
Verder zijn als rechtvaardigen erkend: 1.104 Fransen, 594 Belgen, 276
Duitsers, 237 Hongaren, 170 Italianen, 167 Grieken, 99 Russen, 75
Oostenrijkers, negentien Denen en zeven Zweden.
Zijn Nederlanders dus hulpvaardiger dan bijvoorbeeld Belgen? Neen, in België
zijn meer joden gered dan in Nederland. Maar in Nederland zijn meer
registraties aangevraagd.
"Anderszijds is het natuurlijk niet toevallig dat Duitsland en Oostenrijk zo
weinig rechtvaardigen tellen", zegt Edvard van Volen, conservator judaica van
het Joods Historisch Museum.
Brabant
Aantallen Joden in 1941 in het zuiden van Nederland. Tussen haakjes het aantal tien jaar later, in 1951:
Breda : 201 ( 55 )
Eindhoven: 661 ( 210 )
Den Bosch: 458 ( 104 )
Nijmegen: 553 ( 52 )
Tilburg: 391 ( 120 )
Venlo: 150 ( 32 )
Monument
Er is vaak onenigheid geweest over de nationale herdenking op de Dam, een
tegenwoordig door de tv uitgezonden ritueel met veel militairen en
autoriteiten. Velen vonden de ingetogen tocht op de Waalsdorpervlakte
indrukwekkender.
Tot 1961 was de 4 mei-herdenking uitsluitend bedoeld voor de gevallenen uit
de jaren '40-'45. Daarna werden er ook alle militairen herdacht die na 1945
gevallen waren.
De weduwe van architect John Raedecker, die het monument op de Dam heeft
ontworpen, heeft zich daar altijd tegen verzet. In een brief aan het kabinet
schreef zij dat haar man zou hebben gevonden dat de betekenis van het monument
niet uitgebreid moest worden.
Die betekenis was, conform de opdracht: 'De smart en de bevrijding der
bezettingsjaren tot een groot symbool te maken'.
Door de nationale herdenking uit te breiden met de gevallenen in Indonesië
en Korea werd de betekenis van het monument 'vervalst', meende mevrouw
A. Raedecker-ter Herkel.
Herdenkingsgrap
Een Duitser kijkt op 4 mei verbaasd naar de Dodenherdenking en vraagt aan
een omstander wat er aan de hand is.
"Wij herdenken dat er in de Tweede Wereldoorlog veel Nederlanders omgekomen
zijn", legt die man uit.
"Maar er zijn toen toch ook veel Duitsers omgekomen?", vraagt de oosterbuur.
"Jawel, en dat vieren wij op 5 mei."
Monument (2)
Kunstenaar John Raedecker (1885-1956) heeft behalve dat monument op de Dam
nog andere oorlogsmonumenten ontworpen. Bekend is zijn werk bij het Nederlandse
oorlogskerkhof op de Grebbeberg.
Maar zijn mooiste schepping staat in Waalwijk. Het heet 'De gefusilleerde
man'. Raedecker maakte het in 1949.
Uit een later gevonden tekening blijkt dat hij het beeld oorspronkelijk als
een naakt had bedoeld. De man draagt nu een broek.
Er staat niets van op papier, maar ingewijden weten hoe het zit: de
toenmalige burgemeester Lambooy wist de kunstenaar er van te overtuigen dat in
Waalwijk een naakte man niet kon.
© 1995 Rob Ruggenberg.
Last modified: 10-03-95