Conflict bij Riod over boek met belastende passages over Bernhard

Door Rob Ruggenberg


AMSTERDAM - Het bestuur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (Riod) beslist vandaag (vrijdag 17 november 1995 )over de uitgave van een boek waarin staat dat prins Bernhard veel langer lid is gebleven van de Duitse nazi-partij NSDAP dan tot dusver bekend was.

Het bestuur van het Riod blijkt de publikatie van het boek al sinds afgelopen zomer tegen te houden. Aan de auteurs van het boek, de historici dr. C. Hilbrink en dr. G. Aalders, is een spreekverbod opgelegd.

De twee onderzoekers schrijven dat prins Bernhard op de dag van zijn huwelijk met prinses Juliana, 7 januari 1937, nog steeds betalend lid was van de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei.

Hilbrink en Aalders schrijven ook dat de Nederlandse regering in 1948 een poging heeft gedaan om de naam van Bernhard uit de ledenadministratie van de NSDAP te laten verwijderen.

Dr. Aalders zei gisteren dat over de precieze tekst van het boek nog steeds met het Riod-bestuur wordt onderhandeld. ,,De zaak zit muurvast. Zolang de onderhandelingen voortduren mag ik niets zeggen. Maar met de suggestie van het bestuur dat het boek onwetenschappelijk zou zijn ben ik het natuurlijk niet eens."

Minder braaf

Volgens Aalders heeft het Riod de laatste jaren alleen maar 'brave' boeken uitgebracht. ,,En dit boek is minder braaf, vandaar dit conflict. We hebben er over gedacht om het maar in eigen beheer uit te geven, maar die weg heeft het Riod voor ons afgesloten."

Over het verleden van prins Bernhard in de jaren voor zijn huwelijk is weinig officieel bekend. Volgens Aalders heeft dr. L. de Jong 'opvallend weinig' over die voorgeschiedenis gepubliceerd. In een boek van de Brit Sefton Delmer, nauw bevriend met prins Bernhard en als gast aanwezig bij diens bruiloft, staat dat de prins tot aan zijn huwelijk lid was van de Reiter-SS.

In de spaarzame interviews die de prins zelf over dit onderwerp heeft gegeven, heeft hij steeds gezegd dat hij destijds alleen lid van de motorbrigade van de Reiter-SS was geworden, omdat hij anders zijn rechtenstudie niet had kunnen afmaken. Na het voltooien van zijn studie, in april 1935, verliet hij de SS en sneed hij alle banden met de nazipartij door, zo heeft de prins steeds verklaard.

Washington

De historici Hilbrink en Aalders zijn in vaste dienst bij het Riod en hebben een lange reeks publikaties op hun naam. Voor dit boek hebben zij inzage gehad in de ledenadministratie van de NSDAP. Die bevindt zich in de National Archives in Washington. Het Amerikaanse leger heeft die stukken aan het einde van de oorlog buitgemaakt en naar de VS overgebracht.

Hilbrink en Aalders putten ook uit het persoonlijk archief van W.E. Sanders, die in april van dit jaar op 86-jarige leeftijd overleed. Sanders werkte na de oorlog bij het Bureau Nationale Veiligheid, de voorloper van de BVD. Hij kwam daar in conflict met de directeur mr. L. Einthoven. Sanders heeft vlak voor zijn ontslag belangrijke geheime stukken gekopieerd en die al die tijd thuis bewaard. Hun boek heet dan ook 'De affaire Sanders'.

Poetsen

Voorzitter prof. mr. E. Schrage van het Riod-bestuur zei gisteren dat het bestuur vandaag de gesprekken met de auteurs zal evalueren. Hij verwachtte ook dat er een beslissing over publikatie van het boek zal vallen. ,,Nadat we in de zomer hadden gezegd dat er echt nog wel aan het boek gepoetst moet worden, hebben we prof. dr. J. Bank gevraagd om eens met de auteurs mee te denken. Daar zijn ze een heel eind mee gevorderd, heb ik begrepen."

Het Riod-bestuur bestaat uit drie personen, van wie alleen prof. Bank historicus is. Prof. Schrage zelf doceert Romeins recht. Het derde lid is prof. P. Steenkamp uit Eindhoven, die emeritus-hoogleraar sociaal recht is.

Steenkamp benadrukte gisteren dat het bestuur verantwoordelijk is voor het wetenschappelijk karakter van de Riod-uitgaven. Hij was degene die in augustus publikatie van het boek tegenhield, omdat hij toen op de bestuursvergadering het enige aanwezige lid was. De andere twee bestuursleden verbleven in het buitenland.

Steenkamp ontwijkt de vraag of zijn beslissing toen te maken had met de onaardige passages over prins Bernhard. ,,Je kunt ook bezwaren hebben tegen de stijl van een boek. Ik wilde eerst de opinie van Bank horen of je deze stijl onder een wetenschappelijke uitgave kunt laten vallen. Ik vond de zaak een te zware verantwoordelijkheid voor een hoogleraar in het sociaal recht, als u begrijpt wat ik bedoel."